024geschiedenis op Valkhof

‘De Maand van de geschiedenis’ heeft al jaar en dag een lokale Nijmeegse invulling waarbij veel leden van het CPRN actief zijn. Dit jaar, 2022, zijn de activiteiten van 8 t/m 13 oktober geconcentreerd op het Valkhof. De Geschiedenisquiz is in Brebl.
Iedere dag is er van 17.00 – 21.00 een cultureel eetcafé in de Nicolaaskapel. Alleen in deze week is de eerste verdieping bereikbaar, waar bezoekers op de fraaie plek van de hertogen van Gelre kunnen zitten en de maquettes van de oude stadspoorten te bewonderen zijn. Tijdens het programma is op de begane grond de bar geopend en bestaat de mogelijkheid een hapje te eten, verzorgd door horecaondernemers van het Valkhofkwartier.

In het uitgebreide programma van pitches, lezingen en theatrale bijdragen zal onder andere YouTube literair performer Floris van der Pol zijn opwachting maken, wordt de première van een film van Kees Moerbeek over Emile Selbach getoond en zal een doorstart worden gemaakt met het Geschiedeniscafé. Dagelijks bespreekt Museum Het Valkhof een museumobject, zorgt Lindenberg Cultuurhuis voor muzikale verrassingen en zijn de animaties van Ongekend te zien. Naast een boeiend programma ondergaan de bezoekers iedere avond een soundscape die speelt in 1545.

In de weekenden vinden er vanaf 14.00 uur kinderspelen, rondleidingen, sportieve activiteiten en muzikale intermezzo’s plaats in het Valkhofpark. Zo kan iedereen, van jong tot oud, op een leuke, inspirerende en verrassende manier kennis maken met de cultuur en geschiedenis van Nijmegen.

Je kan ten alle tijden vrijelijk binnenlopen maar je kunt ook gebruik maken van ons inschrijfformulier

Realisatie door: De Valkhofvereniging, Stichting Vlegel, Kwartiermakers Valkhofkwartier. In samenwerking met leden van het Valkhofkwartier, deelnemers 024 Geschiedenis en het Huis voor de Binnenstad.

De illustratie bovenaan van Selbach, ‘de zwaarste man van Europa’ is van Kees Moerbeek uit zijn film. 

Dag van het stationsgebied

Op 22 september 2022 organiseert de gemeente Nijmegen een ‘Dag van het stationsgebied’. Het stationsgebied beslaat het gebied van de Hezelpoort tot aan het viaduct van de Graafseweg, en van de schouwburg tot aan het voormalige UWV-gebouw.

Meerjarenproject
De komende 10 jaar wordt dit gebied helemaal aangepakt. Dan moet u denken aan:
• verbeteringen en veranderingen aan sporen en station
• nieuwe stationsingang aan de westzijde
• meer fietsenstallingen
• nieuwe busstations
• 2000 nieuwe woningen en nieuwe commerciële, culturele en maatschappelijke voorzieningen.
In totaal gaat het om meer dan 25 projecten die er samen voor zorgen dat Nijmegen over 10 jaar een nieuw en toekomstbestendig stationsgebied heeft, waar het prettig en veilig reizen, wonen, werken, winkelen en verblijven is. Nijmegen doet dit natuurlijk niet alleen.
De gemeente werkt nauw samen met ProRail, NS en de provincie Gelderland, ontwikkelaars en corporaties.

Deze dag staat in het teken van het informeren en inspireren van Nijmegenaren. We gaan in gesprek over maatschappelijke thema’s die in het stationsgebied samenkomen en voor Nijmegen belangrijk zijn. Zo leveren we een bijdrage aan het oplossen van de Nijmeegse woningnood, en zorgen we ervoor dat het gebied aantrekkelijker wordt en een plezierige plek om te wonen. Maar we moeten dit gebied ook bereikbaar houden, zorgen dat het groener en duurzamer wordt en dat de omgeving goed hittebestendig is. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van thema’s die spelen en die allemaal met elkaar te maken hebben.

Het CPRN heeft een Werkgroep gevormd dat specifiek het cultuurhistorische aspect in de gaten houdt.

Wat

Op de Van Schaeck Mathonsingel staan op 22 september 5 minipaviljoens. In 1 paviljoen kunt u de digitale kaart van het stationsgebied bekijken met daarbij op hoofdlijnen de stand van zaken van de verschillende projecten.
Daarnaast zijn er 4 paviljoens die elk een eigen thema  hebben:
1. KLIMAAT & GROEN
2. STADSLEVEN
3. REIZEN VAN DE TOEKOMST
4. LEEFBAAR VERBOUWEN

In elk paviljoen zijn mensen aanwezig vanuit de gemeente en de andere partijen die een rol spelen in het gebied. Bezoekers kunnen zich laten informeren over de onderwerpen, maar het is vooral de bedoeling dat we de ideeën, wensen en zorgen van de Nijmegenaren ophalen. Praat en denk vooral met ons mee!

En er is meer te doen die dag: er zijn korte lezingen over verschillende onderwerpen, wandelsafari’s in het gebied rond thema’s als cultuurhistorie, groen en meer. Voor kinderen staan er ook leuke activiteiten op de agenda: maak je eigen bloemenbom, suikerspin of ga bijvoorbeeld lollyvissen.

Om 17.00 uur is er een officieel moment waarop burgemeester Hubert Bruls, gedeputeerde Jan van der Meer, de regiodirecteuren Danou Veenhof (ProRail) en Maarten Haverkamp (NS) het startsein geven voor de publiekscampagne van het gehele stationsgebied.

Waar: op de Van Schaeck Mathonsingel, vlak voor het station Nijmegen

Wanneer: donderdag 22 september 2022

Hoe laat: 15.00 – 20.00 uur

Nieuwsgierig?

Het organiseren van de dag van het Stationsgebied is best spannend omdat we nog geen compleet verhaal kunnen vertellen. Het is een complexe puzzel waarvan nog een aantal stukjes ontbreken. Een aantal projecten staat in de startblokken, maar er is ook nog veel onbekend. Daarom zijn we nieuwsgierig naar wat Nijmegenaren ervan vinden. Het stationsgebied is een belangrijke plek voor de stad, we willen dus graag de stad informeren en actief betrekken.

Wat gebeurt er niet op de dag van het Stationsgebied?

Deze dag is een informele dag en niet bedoeld als formele inspraak of participatie op de verschillende projecten in het stationsgebied. Voor het formele traject organiseren we per project of per deelgebied aparte participatiemomenten. Informatie hierover volgt via de website, de digitale nieuwsbrief, bewonersbrieven.

1e Nijmeegse Erfgoed Ontmoeting

Op maandag 11 april vindt de eerste Nijmeegse Erfgoedontmoeting plaats om een sterke impuls te geven aan vernieuwende samenwerkingsprojecten, cross-overs en ondernemerschap.

De ochtend wordt geopend door de Nederlandse ontwerper PIET HEIN EEK en directeur van het Vrijheidsmuseum WIEL LENDERS heet ons welkom. Architect IGGIE DEKKERS praat ons bij over een bijzonder project aan de Waal: de Nyma makersplaats. Met wethouder NOËL VERGUNST kijken we vooruit en praten we over het huidige en toekomstige erfgoedbeleid. Publieksarcheoloog ROEL KRAMER praat ons bij over het Verdrag van Faro en met HELEEN WIJGERS (directeur Stevenskerk) en de Nijmeegse ondernemers HYKE VAN DEN BENT en JAN DIEBELS onderzoeken we de samenwerking tussen de erfgoedsector en ondernemers. Muzikant VERA BON treedt live op en schrijver MARJOLEIN VISSER draagt voor.

Het programma is samengesteld door De Stevenskerk, Het Vrijheidsmuseum, Museum Het Valkhof en Het Gilde, in samenwerking met de erfgoedaanjagers Mijke Pol en Marit Veeneman.

Locatie: Vrijheidsmuseum in Groesbeek.
Tijd: 9.30-13.00 uur.
Aanmelding verplicht.

CPRN-symposion ‘Van overall tot toga’

Vrijdag 8 april 2022 organiseert het CPRN een symposion ter gelegenheid van het afscheid van haar voorzitter Piet Timmermans. Onder de titel ‘Van overall tot toga’ wordt door diverse deskundigen de stedelijke ontwikkeling van Nijmegen gedurende de afgelopen 150 jaar geschetst en welke uitdagingen er in de toekomst voor erfgoed liggen. 

Vanaf haar oprichting in januari 2005 tot 2019 heeft Piet Timmermans het CPRN geleid. Een hele uitdaging om het zeer diverse veld van uiteenlopende instellingen bij elkaar te brengen en houden. Het CPRN werd het serieus genomen aanspreekpunt door de gemeente Nijmegen en wist op diverse dossiers successen te boeken.

Piet Timmermans bepaalde zelf het thema van het symposion en schreef een essay ‘Nijmegen in transitie. Vorming en behoud van Nijmeegs erfgoed bij de transitie van industrie- tot universiteitsstad’ dat het CPRN hem in gedrukte vorm aanbood.

Sprekers:
1- Rob Wolf (geschiedschrijver, auteur): ‘Dringen en verdringen op de Nijmeegse woonmarkt’
Nijmegen heeft twee grote transities doorgemaakt: 
A- van woonstad naar industriestad;
B- van industriestad tot universiteitsstad.

Vanaf de 19e eeuw tot aan 1914 was Nijmegen een enigszins ingeslapen, liberale woonstad voor welgestelden en pensionado’s uit Nederlands-Indië. De afbraak van de stadsommuring deed de bevolking exploderen;
In de jaren twintig en dertig vestigden zich grotere bedrijven en groeide Nijmegen uit tot een industriestad. De schil van arbeiderswijken rondom het centrum ontstond met arbeiderswoningen in Bottendaal rondom o.a. drukkerij Thieme, de ASW-fabriek, de Dobbelmannfabriek. Ook de wijken Waterkwartier , Willemskwartier en het Rode Dorp werden bewoond door arbeiders.
Het instorten van de maakindustrie in de jaren zeventig en tachtig ging gepaard met massawerkloosheid en verloedering van deze volkswijken. Tegelijkertijd groeide de universiteit met nieuwe faculteiten en een toevloed van studenten, die zorgde voor een beter opgeleide beroepsbevolking. Het karakter van de stad veranderde daarmee, maar ook het karakter van de wijken, waar hoger opgeleiden de arbeiders verdrongen op de woonmarkt. Bij het opknappen van de arbeidersbuurten speelden steeds de discussie tussen gemeente, woningbouwverenigingen, architecten en bewoners wat te behouden of wat te slopen en vernieuwen?
Paul van Hontem, als architect betrokken bij een veelheid aan projecten in diverse wijken, gaf het dilemma aan tussen behoud van erfgoed en nieuwbouw. Essentieel is de inspraak van bewoners in dit proces.

2- Nico Nelissen (hoogleraar em. bouwkunde): ‘Universitaire huisvesting in transitie, 1923-2023’.
Aanvankelijk was de katholieke universiteit, nog bescheiden van omvang, gehuisvest in allerlei dislocaties in het stadscentrum, met name in historische villa’s. Tussen 1953 en 1965 vond een omvorming plaats met een gewenste concentratie van gebouwen op een campus gelegen in Galgenveld en Heyendael. Van de ontwikkeling op Galgenveld is weinig overgebleven, het voormalige privéterrein met oude villa van Jurgens en uitgebreide parkachtige omgeving bleek wel geschikt om ‘een stad binnen de stad’ te creëren. De diverse visies van het academisch ziekenhuis, de medische faculteit en de universiteit met een uitbreidend aantal faculteiten resulteerde in een driestromenland als het gaat om bebouwing en ontwikkeling. De bebouwing leverde een een staalkaart aan architectonische stijlen op, van de Bossche School, het functionalisme, brutalisme, post-modernisme tot supermodernisme. Is de campus daarmee een lappendeken of een Gesamtkunstwerk. Nelissen betoogt dat er veel meer sprake is van samenhang dan wellicht gedacht. Het plan van Ashok Bhalotra speelt daarin een belangrijke rol, omdat het terugkeerde naar het landschappelijk karakter van Heyendael en voor een integrale aanpak zorgde.
Desondanks is de relatie met de stad nog steeds die van een LAT-relatie.

In het nagesprek met Piet Timmermans, Rob Wolf, Nico Nelissen en Paul van Hontem o.l.v. Henk Beerten werden de diverse problemen en successen benoemd. Waarom keerden zoveel oorspronkelijk bewoners van het Rode Dorp terug naar hun nieuwe woningen? Welke bedreigingen zijn er als het gaat om erfgoed op de Campus. Er zijn al heel wat gebouwen gesloopt. Welke verdienen behouden te blijven. Welke gevaren dreigen er voor het erfgoed vanwege de noodzakelijke energietransitie.
Piet Timmermans benoemde onderstaande aandachts- en actiepunten voor behoud.
Voor wat betreft de oude wijken:
– Gemeentelijke sturing  Energietransitie;
– Verbreding monumentenbeleid;
– Samenwerking gemeente & corporaties;
– Subsidieregelingen E-transitie
Voor wat betreft de Campus Heyendael:
– Aanscherping monumentenbeleid;
– Stimuleren woningbouw Heyendael;
– Ruimte voor RU-centrumfuncties
– Omzetten P-terreinen Radboudumc

Tenslotte bedankte Henk Beerten namens alle CPRN-leden Piet Timmermans voor zijn jarenlange inzet.

Essay ‘Nijmegen in transitie'

Nooit gesloopt Nijmegen

‘Soms zou je willen dat de bestuurders, die verantwoordelijk waren voor de wederopbouw wat zorgvuldiger met het oude Nijmegen waren omgegaan’, stelt kunstenaar Kees Moerbeek in zijn nieuwste boek ‘In weemoed kan je niet wonen’. Hierin laat hij de Oude Stad, waarvan grotendeels zwart-wit foto’s bewaard zijn gebleven, weer tot leven komen, o.a. door kleur toe te voegen. En de ‘KeesMoerbeek’-sfeer, inderdaad melancholisch met enkele personen in een verder stille omgeving, en in een bijzonder licht. Het boek is niet alleen mooi, maar zet ook aan het denken over hoe er in Nijmegen werd en wordt omgegaan met materieel erfgoed.

‘De vergeten straat’
De benedenstad, Oude Stad genaamd, is ontstaan aan de oever van de Waal en in de middeleeuwen organisch langs de flanken van vijf heuvels omhoog gegroeid. De grote hoogteverschillen en gebogen en kromme straten zijn kenmerkend. Het was eeuwenlang een centrum van bedrijvigheid, fabrieken als de zeepziederij en slachterij waren er gevestigd, stadsboerderijen, en vele winkels en horeca, ook al omdat het verkeer er langs kwam om overgezet te worden met de gierpont Zeldenrust en voor klandizie zorgde.
Begin 20e eeuw veranderde het historisch hart van de stad van karakter. Bij regenval gutsten de viezigheid, de zeepvlokken en het slachtbloed, door de straten in stromen naar beneden. De gegoede burgerij vestigde zich liever in de vlakke en droge ‘bovenstad’ en fabrieken verkozen elders domicilie. Langzaamaan verloederde de benedenstad en werd er niet meer geïnvesteerd in verbetering. Was het een bewuste politiek van negeren en laten verkommeren? In de landelijke pers verschenen al in de jaren dertig artikelen over de zorgwekkende staat van de woningen. De komst van de Waalbrug in 1936 en het bombardement van 1944 zorgden voor de nekslag. In de wederopbouwjaren was er zo’n woningnood dat de ‘onbewoonbare verklaarde woningen’ desondanks ‘onverklaarbaar bewoond’ werden. Het duurde nog decennia, tot in de jaren zeventig, voordat er een grootschalig plan voor nieuwbouw kwam. Dat verdiende een Europese prijs, vanwege de kleinschaligheid, het volgen van de oude loop van de straten en de sociale woningbouw op wat feitelijk een A-locatie is. Nijmegen was aan een ramp ontsnapt, omdat eerdere plannen van o.a. Bakema met grote betonkolossen die rigoureus elk verleden zouden hebben vernietigd, geen uitvoering kenden. Maar Kees Moerbeek laat zien dat met de Oude Stad veel meer gedaan had kunnen worden dan alleen nieuwbouw plegen. Het eigen karakter van historische stad had wel degelijk behouden kunnen worden en hebben geresulteerd in een meer karakteristieke wijk.
Het boek gaat over weemoed, nostalgie, maar is tevens een les over hoogmoed van bestuurders die te achteloos met het verleden omgaan. En tenslotte gaat het over moed om daar iets aan te doen.

Het boek is voor 19,95 euro te koop bij Dekker & van de Vegt boekhandelaren en bij Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

Nijmegen de oudste! Wetenschappelijk bewezen, wat de Van Rossems ook mogen mopperen.

Historicus Maarten van Rossem stelde in het TV-programma ‘Hier zijn de Van Rossems, in Nijmegen’ van 15 mei, dat hij de hele discussie tussen Nijmegen en Maastricht wie zich de oudste stad van Nederland mag noemen, maar flauwekul vindt. Daarbij gaat hij volgens collega-historicus Will Brouwers te gemakkelijk wetenschappelijke argumentaties uit de weg.


Will Brouwers, gepubliceerd in De Gelderlander, 3 juni 2021

“Toevallig zag ik onlangs op NPO 3 Hier zijn de Van Rossems voorbij komen. Ze waren in Nijmegen. Het format van het televisieprogramma is aardig; drie grumpy mensen die vanuit hun expertise – historie, kunsthistorie en architectuur historie – een stad onder de loep nemen.

Over Nijmegen had Maarten van Rossem – de historicus van de familie – te melden dat het in zijn ogen maar ‘een onzinnige discussie’ is welke stad de oudste van Nederland is. Dit op grond van zogenaamde gemeentelijke geldverspilling. En ‘gezeur’ dat Nijmegen zichzelf tot de oudste stad van Nederland heeft uitgeroepen op grond van archeologische vondsten. 

Er zijn in Nederland inderdaad veel oudere nederzettingen archeologisch aangetoond. Maar dat is iets anders dan de oudste stad. Speciaal voor de familie Van Rossem en alle anderen zal ik het nog één keer  uitleggen: Nijmegen is met afstand de oudste nog bestaande stad in Nederland.

Een stad is een nederzetting met bepaalde juridische rechten, zogenaamde stadsrechten, verleend door een landsheer. In de Romeinse tijd was dat niet anders. Alleen de keizer kon een nederzetting stadsrechten verlenen. Dat gebeurde regelmatig en was fel begeerd bij alle nederzettingen in het Romeinse Rijk. De vrije burgers van een stad werden automatisch ook Romeins burger. Dat was zeker niet voor elke inwoner van het Romeinse Rijk het geval.

In de Romeinse tijd bestond een duidelijke hiërarchie in urbanisatie:

Urbs: Er was natuurlijk maar één echte stad: Rome. Dat werd de Urbs genoemd. Tegenwoordig zouden we metropool zeggen.

Colonia: Daarna kwamen steden met de eretitel Colonia, oorspronkelijk een semi-militaire nederzetting van veteranen in pas veroverd gebied. De burgers waren ex-soldaten en dus sowieso Romeinse burgers. Ze hadden een gemeenteraad en regelden hun zaken redelijk autonoom. Deze stadstaat-vorm was het bindmiddel van het Romeinse Rijk. Een bekende Romeinse Colonia was Keulen.

Municipium: De nederzetting van de tweede rang heette een Municipium. Dat was een stad met bijna dezelfde rechten als een Colonia. De inwoners waren echter geen Romeinse veteranen, maar eerder bondgenoten van de Romeinen met een aan de vroegste Romeinse bondgenoten, de Latijnen, gerelateerd burgerrecht. Een stad met de titel Municipium had ook een gemeenteraad en autonomie.

Vicus: De derde term voor een nederzetting van enige omvang was Vicus. Een Vicus was een dorp met het voorkomen van een stadje dat vaak op een verkeerstechnisch gunstige plek lag. Een Vicus had geen stadsrechten.

Nijmegen heette Municipium Ulpia Noviomagus Batavorum. Het had de titel Municipium en was dus officieel een stad met stadsrechten. Wannéér dat gebeurde, blijkt uit de tweede titel, Ulpia. Dat is de achternaam van keizer Trajanus die regeerde 98-117 na Christus. Het derde onderdeel van de naam Noviomagus betekent zoiets als Nieuw markt. Zo heette Nijmegen voor keizer Trajanus. En de term Batavorum slaat op het feit dat Nijmegen de hoofdstad was van de Civitas (regio/gemeente) der Bataven.

Terugkomend op de uitzending van de ‘Van Rossem-experts’: niet op grond van een mening maar op grond van epigrafische, historische en archeologische feiten is Nijmegen gewoon de oudste stad van Nederland. Als we dat erkennen, hoeven we er geen onzinnige discussie meer over te voeren.

Maastricht kwam overigens nooit verder dan de Vicus-status.”

Will Brouwers is historicus

https://krant.dg.nl/titles/degelderlander/7110/publications/25986/articles/1363656/33/1

 

Colofon

Webredactie: Heyta Melssen, André Stufkens en Pauline de Weijer

Ontwerp: Walter van Rooij, Buro Brandstof

© Website: CPRN en de auteurs

© Foto’s: fotografen vermeld onder de foto’s

© Films: filmmakers vermeld bij de films

© Kunstwerken: kunstenaars vermeld bij de kunstwerken.

Het CPRN doet haar best om de rechthebbenden te achterhalen, mocht u menen recht te kunnen doen gelden kunt u dat melden bij het secretariaat.

Contact

secretariaat@cprn.nl

Bankrekeningnummer: NL78 RABO 0105 2900 17

KvK nummer: 09148216

Support: