Author: Redactie CPRN

Dag van het stationsgebied

Op 22 september 2022 organiseert de gemeente Nijmegen een ‘Dag van het stationsgebied’. Het stationsgebied beslaat het gebied van de Hezelpoort tot aan het viaduct van de Graafseweg, en van de schouwburg tot aan het voormalige UWV-gebouw.

Meerjarenproject
De komende 10 jaar wordt dit gebied helemaal aangepakt. Dan moet u denken aan:
• verbeteringen en veranderingen aan sporen en station
• nieuwe stationsingang aan de westzijde
• meer fietsenstallingen
• nieuwe busstations
• 2000 nieuwe woningen en nieuwe commerciële, culturele en maatschappelijke voorzieningen.
In totaal gaat het om meer dan 25 projecten die er samen voor zorgen dat Nijmegen over 10 jaar een nieuw en toekomstbestendig stationsgebied heeft, waar het prettig en veilig reizen, wonen, werken, winkelen en verblijven is. Nijmegen doet dit natuurlijk niet alleen.
De gemeente werkt nauw samen met ProRail, NS en de provincie Gelderland, ontwikkelaars en corporaties.

Deze dag staat in het teken van het informeren en inspireren van Nijmegenaren. We gaan in gesprek over maatschappelijke thema’s die in het stationsgebied samenkomen en voor Nijmegen belangrijk zijn. Zo leveren we een bijdrage aan het oplossen van de Nijmeegse woningnood, en zorgen we ervoor dat het gebied aantrekkelijker wordt en een plezierige plek om te wonen. Maar we moeten dit gebied ook bereikbaar houden, zorgen dat het groener en duurzamer wordt en dat de omgeving goed hittebestendig is. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van thema’s die spelen en die allemaal met elkaar te maken hebben.

Het CPRN heeft een Werkgroep gevormd dat specifiek het cultuurhistorische aspect in de gaten houdt.

Wat

Op de Van Schaeck Mathonsingel staan op 22 september 5 minipaviljoens. In 1 paviljoen kunt u de digitale kaart van het stationsgebied bekijken met daarbij op hoofdlijnen de stand van zaken van de verschillende projecten.
Daarnaast zijn er 4 paviljoens die elk een eigen thema  hebben:
1. KLIMAAT & GROEN
2. STADSLEVEN
3. REIZEN VAN DE TOEKOMST
4. LEEFBAAR VERBOUWEN

In elk paviljoen zijn mensen aanwezig vanuit de gemeente en de andere partijen die een rol spelen in het gebied. Bezoekers kunnen zich laten informeren over de onderwerpen, maar het is vooral de bedoeling dat we de ideeën, wensen en zorgen van de Nijmegenaren ophalen. Praat en denk vooral met ons mee!

En er is meer te doen die dag: er zijn korte lezingen over verschillende onderwerpen, wandelsafari’s in het gebied rond thema’s als cultuurhistorie, groen en meer. Voor kinderen staan er ook leuke activiteiten op de agenda: maak je eigen bloemenbom, suikerspin of ga bijvoorbeeld lollyvissen.

Om 17.00 uur is er een officieel moment waarop burgemeester Hubert Bruls, gedeputeerde Jan van der Meer, de regiodirecteuren Danou Veenhof (ProRail) en Maarten Haverkamp (NS) het startsein geven voor de publiekscampagne van het gehele stationsgebied.

Waar: op de Van Schaeck Mathonsingel, vlak voor het station Nijmegen

Wanneer: donderdag 22 september 2022

Hoe laat: 15.00 – 20.00 uur

Nieuwsgierig?

Het organiseren van de dag van het Stationsgebied is best spannend omdat we nog geen compleet verhaal kunnen vertellen. Het is een complexe puzzel waarvan nog een aantal stukjes ontbreken. Een aantal projecten staat in de startblokken, maar er is ook nog veel onbekend. Daarom zijn we nieuwsgierig naar wat Nijmegenaren ervan vinden. Het stationsgebied is een belangrijke plek voor de stad, we willen dus graag de stad informeren en actief betrekken.

Wat gebeurt er niet op de dag van het Stationsgebied?

Deze dag is een informele dag en niet bedoeld als formele inspraak of participatie op de verschillende projecten in het stationsgebied. Voor het formele traject organiseren we per project of per deelgebied aparte participatiemomenten. Informatie hierover volgt via de website, de digitale nieuwsbrief, bewonersbrieven.

1e Nijmeegse Erfgoed Ontmoeting

Op maandag 11 april vindt de eerste Nijmeegse Erfgoedontmoeting plaats om een sterke impuls te geven aan vernieuwende samenwerkingsprojecten, cross-overs en ondernemerschap.

De ochtend wordt geopend door de Nederlandse ontwerper PIET HEIN EEK en directeur van het Vrijheidsmuseum WIEL LENDERS heet ons welkom. Architect IGGIE DEKKERS praat ons bij over een bijzonder project aan de Waal: de Nyma makersplaats. Met wethouder NOËL VERGUNST kijken we vooruit en praten we over het huidige en toekomstige erfgoedbeleid. Publieksarcheoloog ROEL KRAMER praat ons bij over het Verdrag van Faro en met HELEEN WIJGERS (directeur Stevenskerk) en de Nijmeegse ondernemers HYKE VAN DEN BENT en JAN DIEBELS onderzoeken we de samenwerking tussen de erfgoedsector en ondernemers. Muzikant VERA BON treedt live op en schrijver MARJOLEIN VISSER draagt voor.

Het programma is samengesteld door De Stevenskerk, Het Vrijheidsmuseum, Museum Het Valkhof en Het Gilde, in samenwerking met de erfgoedaanjagers Mijke Pol en Marit Veeneman.

Locatie: Vrijheidsmuseum in Groesbeek.
Tijd: 9.30-13.00 uur.
Aanmelding verplicht.

CPRN-symposion ‘Van overall tot toga’

Vrijdag 8 april 2022 organiseert het CPRN een symposion ter gelegenheid van het afscheid van haar voorzitter Piet Timmermans. Onder de titel ‘Van overall tot toga’ wordt door diverse deskundigen de stedelijke ontwikkeling van Nijmegen gedurende de afgelopen 150 jaar geschetst en welke uitdagingen er in de toekomst voor erfgoed liggen. 

Vanaf haar oprichting in januari 2005 tot 2019 heeft Piet Timmermans het CPRN geleid. Een hele uitdaging om het zeer diverse veld van uiteenlopende instellingen bij elkaar te brengen en houden. Het CPRN werd het serieus genomen aanspreekpunt door de gemeente Nijmegen en wist op diverse dossiers successen te boeken.

Piet Timmermans bepaalde zelf het thema van het symposion en schreef een essay ‘Nijmegen in transitie. Vorming en behoud van Nijmeegs erfgoed bij de transitie van industrie- tot universiteitsstad’ dat het CPRN hem in gedrukte vorm aanbood.

Sprekers:
1- Rob Wolf (geschiedschrijver, auteur): ‘Dringen en verdringen op de Nijmeegse woonmarkt’
Nijmegen heeft twee grote transities doorgemaakt: 
A- van woonstad naar industriestad;
B- van industriestad tot universiteitsstad.

Vanaf de 19e eeuw tot aan 1914 was Nijmegen een enigszins ingeslapen, liberale woonstad voor welgestelden en pensionado’s uit Nederlands-Indië. De afbraak van de stadsommuring deed de bevolking exploderen;
In de jaren twintig en dertig vestigden zich grotere bedrijven en groeide Nijmegen uit tot een industriestad. De schil van arbeiderswijken rondom het centrum ontstond met arbeiderswoningen in Bottendaal rondom o.a. drukkerij Thieme, de ASW-fabriek, de Dobbelmannfabriek. Ook de wijken Waterkwartier , Willemskwartier en het Rode Dorp werden bewoond door arbeiders.
Het instorten van de maakindustrie in de jaren zeventig en tachtig ging gepaard met massawerkloosheid en verloedering van deze volkswijken. Tegelijkertijd groeide de universiteit met nieuwe faculteiten en een toevloed van studenten, die zorgde voor een beter opgeleide beroepsbevolking. Het karakter van de stad veranderde daarmee, maar ook het karakter van de wijken, waar hoger opgeleiden de arbeiders verdrongen op de woonmarkt. Bij het opknappen van de arbeidersbuurten speelden steeds de discussie tussen gemeente, woningbouwverenigingen, architecten en bewoners wat te behouden of wat te slopen en vernieuwen?
Paul van Hontem, als architect betrokken bij een veelheid aan projecten in diverse wijken, gaf het dilemma aan tussen behoud van erfgoed en nieuwbouw. Essentieel is de inspraak van bewoners in dit proces.

2- Nico Nelissen (hoogleraar em. bouwkunde): ‘Universitaire huisvesting in transitie, 1923-2023’.
Aanvankelijk was de katholieke universiteit, nog bescheiden van omvang, gehuisvest in allerlei dislocaties in het stadscentrum, met name in historische villa’s. Tussen 1953 en 1965 vond een omvorming plaats met een gewenste concentratie van gebouwen op een campus gelegen in Galgenveld en Heyendael. Van de ontwikkeling op Galgenveld is weinig overgebleven, het voormalige privéterrein met oude villa van Jurgens en uitgebreide parkachtige omgeving bleek wel geschikt om ‘een stad binnen de stad’ te creëren. De diverse visies van het academisch ziekenhuis, de medische faculteit en de universiteit met een uitbreidend aantal faculteiten resulteerde in een driestromenland als het gaat om bebouwing en ontwikkeling. De bebouwing leverde een een staalkaart aan architectonische stijlen op, van de Bossche School, het functionalisme, brutalisme, post-modernisme tot supermodernisme. Is de campus daarmee een lappendeken of een Gesamtkunstwerk. Nelissen betoogt dat er veel meer sprake is van samenhang dan wellicht gedacht. Het plan van Ashok Bhalotra speelt daarin een belangrijke rol, omdat het terugkeerde naar het landschappelijk karakter van Heyendael en voor een integrale aanpak zorgde.
Desondanks is de relatie met de stad nog steeds die van een LAT-relatie.

In het nagesprek met Piet Timmermans, Rob Wolf, Nico Nelissen en Paul van Hontem o.l.v. Henk Beerten werden de diverse problemen en successen benoemd. Waarom keerden zoveel oorspronkelijk bewoners van het Rode Dorp terug naar hun nieuwe woningen? Welke bedreigingen zijn er als het gaat om erfgoed op de Campus. Er zijn al heel wat gebouwen gesloopt. Welke verdienen behouden te blijven. Welke gevaren dreigen er voor het erfgoed vanwege de noodzakelijke energietransitie.
Piet Timmermans benoemde onderstaande aandachts- en actiepunten voor behoud.
Voor wat betreft de oude wijken:
– Gemeentelijke sturing  Energietransitie;
– Verbreding monumentenbeleid;
– Samenwerking gemeente & corporaties;
– Subsidieregelingen E-transitie
Voor wat betreft de Campus Heyendael:
– Aanscherping monumentenbeleid;
– Stimuleren woningbouw Heyendael;
– Ruimte voor RU-centrumfuncties
– Omzetten P-terreinen Radboudumc

Tenslotte bedankte Henk Beerten namens alle CPRN-leden Piet Timmermans voor zijn jarenlange inzet.

Essay ‘Nijmegen in transitie'

Meerderheid Nijmeegse politiek steunt Cultuurhistorisch Convenant 2022-26

Bij de foto: Zeven politieke partijen ondertekenen het Cultuurhistorisch Convenant, opgesteld door het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen (CPRN): v.l.n.r. Charlotte Brand (PvdA), Quirijn Lokker (GL), Marjolein Meijlink (CDA), Lusanne Bouwman (D’66), Wendy Grütters (Stadspartij) en Gerda van Kortenhof (50Plus), Museum Het Valkhof, 1 februari 2022. Foto Heyta Melssen.

Tijdens een verkiezingsavond op 1 februari, georganiseerd door het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen (CPRN), hebben zeven politieke partijen uit de Nijmeegse gemeenteraad een Cultuurhistorisch Convenant ondertekend. Deze zeven partijen zijn: CDA, D’66, Groen Links, PvdA, Stadspartij, VVD en 50Plus, nu goed voor 30 van de 39 zetels. Mogelijk sluiten zich nog meer partijen hierbij aan. Doel van de overeenkomst is een versterkte inzet en betrokkenheid bij de cultuurhistorie van Nijmegen. Erfgoed is erfgoud voor de identiteit en trots van de bewoners van Nijmegen, voor de aantrekkingskracht van de stad voor bezoekers, werkenden en toeristen. Het is voor het eerst dat de politiek zich al voor de verkiezingen uitspreekt over hun inzet voor erfgoed gedurende de komende coalitieperiode 2022-2026.

Bij de foto’s met de klok mee: 1- Mirjam Blott, in 2020 opsteller van de Erfgoedstrategie, geeft een inleiding op de avond. 2- Henk Beerten, voorzitter van het CPRN, leidt het debat. 3- Lusanne Bouwman en Quirijn Lokker achter de microfoon. 4- De ondertekening door de zes aanwezige partijen (VVD en SP waren verhinderd). Foto’s Heyta Melssen.

Wat is ook al weer de Erfgoedstrategie?

Uitgangspunt op deze debatavond is de Erfgoedstrategie die op verzoek van de gemeente in april 2020 is geschreven door Mirjam Blott. Zij houdt ook de inleiding op deze avond. In  de Erfgoedstrategie legt zij naast de vele positieve aspecten van de Nijmeegse geschiedenis ook de vinger op de zwakke plekken in het cultuurhistorisch beleid. Het veld bestaat uit vele organisaties, van klein tot groot, van professioneel tot vrijwilliger en is behoorlijk versnipperd. Er is geen overkoepelend verhaal. De claim ‘Nijmegen, oudste stad van Nederland’ is daardoor niet zichtbaar.  Niet voor bewoners, niet voor bezoekers. En hoewel de wethouder met de binnen de Erfgoedstrategie beschikbaar gestelde middelen duidelijke stappen heeft gezet, is er nog genoeg werk aan de winkel.

De Erfgoednota is in oktober 2020 aangenomen door de gemeenteraad. Daarbij is voor een deel van de voorgestelde maatregelen geld vrijgemaakt (8 ton), waar de opsteller van de strategie juist aangeeft dat ‘cherry picking’ niet de oplossing is. De vraag is: hoe gaan we de Erfgoedstrategie de komende jaren tot een succes maken en in hoeverre willen de aanwezige partijen zich daar de komende raadsperiode voor inzetten.

Spoiler alert: de aanwezige partijen blijken het op grote lijnen roerend met elkaar eens te zijn en tekenen aan het einde van de avond eensgezind het Cultuurhistorisch Convenant. Bovendien heeft ook de VVD, vanavond niet aanwezig, toegezegd nog te zullen tekenen.

Voortdurende geschiedenis

De gezamenlijke noemer deze avond is duidelijk. Het erfgoed van Nijmegen is te weinig zichtbaar. Ondanks dat de stad in de unieke positie verkeert dat er vanaf de Romeinse tijd tot heden voortdurend geschiedenis is geschreven, is daarvan in het huidige straatbeeld weinig zichtbaar.  Met de nominatie van de Romeinse Limes als Unesco erfgoed, en de belangrijke plaats van de stad Nijmegen daarin, is de tijd rijp om daarnaar te handelen.

De vraag die nu aan de gemeente wordt gesteld is: zijn jullie ambitieus genoeg om de nominatie te verzilveren? Er liggen heel veel kansen, dus maak een plan waar we de komende decennia plezier van hebben. Het kost nu misschien geld maar op de lange duur levert het op. Houd in stand wat we hebben, en bescherm het bestaande erfgoed. Maak gebruik van de kennis die er is. De eerste stap is gezet, met het aanstellen van de Erfgoedaanjagers. Maar zorg er als gemeente voor dat er na twee jaar een structurele visie is.

Na de inleiding van Mirjam Blott worden de partijen twee aan twee uitgenodigd om hun visie te geven op de Erfgoednota en duidelijk te maken waar zij als partij voor staan.

Cultuurhistorie mag geld kosten

Quirijn Lokker van Groen Links is van mening dat het belangrijk is om de geschiedenis te koesteren en daar lessen uit te trekken voor de toekomst. Investeringen in die geschiedenis zijn daarmee geen verspild geld. Het museum is daarom iets waarin geïnvesteerd moet worden, maar dat geldt ook voor de Sint Stevenskerk en het Huis van de Geschiedenis. 

Lusanne Bouwman (D66) is het daarmee eens. Cultuurhistorie mag geld kosten. De partij was wel kritisch over het aantellen van een aanjager omdat zij van mening is dat het veld de cultuurhistorie zelf heel goed kan beschermen maar is het ermee eens dat de slogan ‘Oudste stad van Nederland’ of ‘Old city, young vibe’ op dit moment nauwelijks terug te vinden is. Dus is het wat D66 betreft zaak om ervoor te zorgen dat het erfgoed zo zichtbaar mogelijk is. De partij wil dan ook een stevig bedrag voor erfgoed beschikbaar stellen, waarbij vooral vanuit het veld de ideeën moeten komen om dit geld goed te besteden. En vergeet ook niet de jeugd erbij te betrekken. Zij zijn degenen die straks de verhalen moeten doorvertellen.

Ook Charlotte Brand (PvdA) vindt het noodzakelijk om te investeren in erfgoed. Juist in verbinding met elkaar en met het veld, vertel de verhalen die er al zijn en maak het verleden zichtbaar. Wendy Grütters van de Stadspartij sluit zich daarbij aan. Er moet een structurele subsidie komen en samenwerking tussen de verschillende partijen is daarbij noodzaak.

Ed Nieuwenhuis van het Gilde wijst erop dat veel monumenten in Nijmegen in slechte staat zijn of niet toegankelijk voor publiek. Hij pleit ervoor dat ook het bestaande erfgoed goed wordt geconserveerd en ontsloten. Als voorbeeld wordt het Chirurgijnshuis boven de poort naar de Sint Steven genoemd. Partijen zijn het er over eens dat hier een belangrijke taak voor de gemeente ligt. 

Zichtbaar maken van het erfgoed

Een ander belangrijk item van deze avond is het zichtbaar maken van de historie. Moet dit door middel van visualisaties, architectuur, kunst of moderne middelen.

Een goed voorbeeld volgens allen is het masker in Lent. Iedereen kent het, iedereen komt erop af, het is misschien nep maar het origineel ligt op een steenworp afstand en dat maakt de verbinding. In bijvoorbeeld De Biezen of het Maasplein is de zichtbaarheid veel minder. Daar liggen volgens Marjolijn Mijling (CDA) zeker kansen. In het buitenland maar ook in Nederland zijn daar goede voorbeelden van te noemen. In het verleden is dat visualiseren teveel overgelaten aan de markt, maar die is te versnipperd om een visie te kunnen vormen.

Wendy zou namens de Stadspartij nog wel een stap verder willen gaan. De gemeente is te bang voor verwijzingen in de architectuur of zelfs herbouw. Maar de Kanunikkenhuisjes naast de Sint Steven zijn ook niet meer origineel. Toch werken ze wel, in de context waar ze staan. Maak zichtbaar wat we hebben, en houd bij nieuwbouw en herinrichting ook rekening met het erfgoed ter plaatse. Het is nu een kwestie van doen, het momentum is er met de Limes. De gemeente moet daarin het voortouw nemen. Charlotte vindt bijvoorbeeld de schilderingen zoals het verhaal van onze Byzantijnse prinses Theophanu naast de Waaltrappen een mooi modern voorbeeld.

Old city, young vibe

Hoe staan de partijen tegenover het aanstellen van een marketingbureau om de slogan Old city, young vibe tot leven te brengen?

Ook hier zijn de partijen vrijwel unaniem. Het moet gaan om de inhoud, ons goud zit in ons erfgoed dus volgens Charlotte (PvdA) moeten we starten bij de organisaties die er al zijn. Zoek de samenwerking en de verbinding, vertel de verhalen die er al zijn, maak het verleden zichtbaar, zoals dat nu al wordt gedaan door bijvoorbeeld het Gilde en het Gebroeders van Lymborch Huis. Als je daarin investeert levert het iets op voor de toekomst. Nijmegen mag trots zijn op de geschiedenis maar het is te eenzijdig om daar een marketingbureau op te zetten.

Quirijn (Groen Links) is het daarmee eens. Citymarketing is een taak van de gemeente, daar moet geen externe organisatie op gezet te worden. Het is de taak van de gemeente om de diverse partners bij elkaar te halen. Niet de slogan van de gemeente, maar onze slogan. De boodschap is duidelijk, laat de organisaties die er verstand van hebben daar verder inhoud aan geven. Samenwerking is daarbij cruciaal, het is de rol van de gemeente om daarbij te faciliteren.

Wendy denkt ook niet dat een extern bureau nodig is. Er is voldoende expertise, zoals bij IntoNijmegen en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

Alle partijen verklaren zich aan het eind van de avond dus bereid om het Cultuurhistorisch Convenant te ondertekenen. Gerda van Kortenhof (50Plus) verwoordt het simpel: “als we dat hebben afgesproken, dan moeten we het ook doen.” 

D66 vult aan dat zij er voor willen staan dat er dan ook boter bij de vis komt. De Stadspartij vindt dat dat dan ook structureel moet worden vastgelegd. Groen Links ziet dat er al duidelijk stappen zijn gezet. De Erfgoedaanjagers zijn aangesteld, volgende week wordt in de Raad gesproken over nieuwe monumenten, we hebben nu de kans om te laten zien dat we doorgaan op de ingeslagen weg. Het glas is vol en kan alleen nog maar voller.

TEKST & FOTO’s: Heyta Melssen, secretaris CPRN.

Erfgoedaanjagers aangesteld

Eind november 2021 heeft de gemeente Nijmegen twee erfgoedaanjagers aangesteld: Mijke Pol en Marit Veeneman. De komende twee jaar gaan zij met het cultuurhistorisch veld een sterke impuls geven aan de samenwerking tussen erfgoedpartners, de culturele sector en de vrijetijdssector. 

Nijmegen heeft als oudste stad van Nederland een grote hoeveelheid enthousiaste organisaties en instellingen, die zich specifiek met delen van de zeer rijke geschiedenis van de stad bezighouden. De diversiteit van deze organisaties is groot, van professioneel met grote budgetten, tot klein met uitsluitend vrijwilligers en weinig geld. Juist de inzet van de vele vrijwilligers zorgt er dag in, dag uit voor dat de cultuurhistorie levend wordt gehouden.

In de Erfgoedstrategie, in 2020 geschreven door Mirjam Blott in opdracht van de gemeente Nijmegen, luidt een van de conclusies dat het aanbod weliswaar rijk en wijds is, maar ook versnipperd. Een van de adviezen is dan ook dat met de aanstelling van een erfgoedaanjager  – het zijn er nu twee geworden – vanuit een onafhankelijke positie impulsen te geven aan:

1- het aanvullen van de lokale historische canon met verhalen die de Nijmeegse en Gelderse identiteit mede hebben gevormd;

2- het versterken en verbinden van de kennis, expertise en aanbod van musea en erfgoedpartners;

3- het aantrekken van publiek om het programma-aanbod op een uitdagende en interactieve manier te delen. 

Zij brengen programmering op gang, verbinden initiatieven en sectoren.

Op de ledenvergadering van het CPRN van 6 december 2021 hebben Mijke Pol en Marit Veeneman zich voorgesteld. Hoewel nog maar net aangesteld geven zij in grote lijnen aan hoe zij denken te gaan werken. Zij stellen voor dat de betrokken organisaties uit het erfgoedveld, de horeca/toerisme en kunst & cultuur in het begin van 2022 elkaar opzoeken tijdens ‘pitch’-momenten om te kijken in welke concrete projecten kan worden samengewerkt. Uit het resultaat van die bijeenkomsten volgt een jaaragenda van activiteiten, die in oktober zullen leiden tot een groots Erfgoedfestival Nijmegen, waaraan ook landelijk aandacht zal worden besteed. 

Nijmegen en de Limes: Werelderfgoed!

Op 27 juli 2021 heeft het Werelderfgoedcomité van de UNESCO de Neder-Germaanse Limes de status van werelderfgoed toegekend. Het is, zo schrijft Erfgoed Gelderland, een wereldwijde erkenning van de unieke en universele waarde van ons deel van de Limes, vertegenwoordigd door in totaal 19 archeologische vindplaatsen uit de Romeinse tijd, verspreid over de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland.Die erkenning kwam er uiteraard niet zomaar, het is het resultaat van een jarenlange samenwerking tussen de Nederlandse provincies (Romeinse Limes Nederland) en de Duitse deelstaten waarin de Limes van de Romeinse provincie Neder-Germanië is gelegen. Er is een streng selectieproces dat bijna 10 jaar heeft geduurd. Wij zijn overigens niet de enigen die met deze status bezig zijn: de Muur van Hadrianus en de Boven-Germaanse Limes zijn al eerder tot werelderfgoed verklaard, andere delen zijn ermee bezig.

Wat betekent deze status nu eigenlijk?
Wat wil dat nu eigenlijk zeggen, die status van werelderfgoed? Naast een internationaal teken van erkenning en waardering, is het ook een manier om erfgoed veilig te stellen voor toekomstige generaties. En daarnaast is het goed voor toerisme en de economie. Een plek op de lijst betekent ook een instandhoudingsplicht. Nederland moet iedere zes jaar rapporteren over hoe het Werelderfgoedverdrag is uitgevoerd. En willen we iets veranderen, dan moet er eerst goedkeuring gevraagd worden. Komt er met de status ook een schip met geld van de Unesco? Dat dan weer niet. Rijksmonumenten die onderdeel uitmaken van de een Nederlands werelderfgoed en geen woonhuis zijn, komen – met voorrang – in aanmerking voor instandhoudingssubsidie. Voor het overige blijven provincie en gemeente verantwoordelijk voor de instandhouding van het werelderfgoed en vooral ook het zichtbaar maken ervan.

En wat betekent het voor Nijmegen?
In totaal hebben in Gelderland acht terreinen die iets met de Limes te maken hebben de werelderfgoedstatus gekregen:
– Arnhem, Castellumterrein
– Zevenaar (Bijlandse Waard), verspoeld Castellum
– Nijmegen (Hunerberg), Castraterrein
– Nijmegen (Valkhof), Castellumterrein
– Nijmegen/Berg en Dal (Kops Plateau), Castellumterrein
– Berg en Dal/Nijmegen, Aquaduct
– Elst, Tempel
– Berg en Dal (De Holdeurn), Pannenbakkerij
Daarvan bevinden zich er dus zes in Nijmegen en omstreken. Wat doen we daar in Nijmegen mee? Want dat is natuurlijk de hamvraag. De (Limes)vlag hangt uit, maar wat gaan we er verder van merken? In 2022 wordt in Museum Het Valkhof een tentoonstelling geopend over de Romeinse Limes met de belangrijkste vondsten uit Nijmegen en omgeving. Museumpark Oriëntalis pakt het thema Romeinen op. 

Wat doet de gemeente Nijmegen? 
De gemeente subsidieert mede een bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Nijmegen, met bijzondere aandacht voor de Romeinse Tijd en de Romeinse Limes. Hiertoe is op 17 september Stephan Mols benoemd. En verder? Volgend jaar komt er een groot congres. Met de vraag hoe we mensen enthousiast krijgen voor de limes. 
Hoeveel geld de gemeente gaat steken in het Limes-verhaal is moeilijk concreet vast te stellen. En hoeveel er overblijft als de vlaggen en de hoogleraar betaald zijn, nog lastiger. Mijn hoop is dat er geпnvesteerd wordt in duurzame visualisaties, laagdrempelig, op vele locaties, die voor alle inwoners en bezoekers van Nijmegen datgene zichtbaar en begrijpelijk maken wat niet meer te zien is.

Pauline de Weijer

Colofon

Webredactie: Heyta Melssen, André Stufkens en Pauline de Weijer

Ontwerp: Walter van Rooij, Buro Brandstof

© Website: CPRN en de auteurs

© Foto’s: fotografen vermeld onder de foto’s

© Films: filmmakers vermeld bij de films

© Kunstwerken: kunstenaars vermeld bij de kunstwerken.

Het CPRN doet haar best om de rechthebbenden te achterhalen, mocht u menen recht te kunnen doen gelden kunt u dat melden bij het secretariaat.

Contact

secretariaat@cprn.nl

Bankrekeningnummer: NL78 RABO 0105 2900 17

KvK nummer: 09148216

Support: